Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is geraamd. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang van deze post. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang zij nodig acht. De raming voor 2018 bedraagt € 28.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma's tezamen. Bij aanwending moet worden voldaan aan de volgende criteria (de drie O’s): Onvoorzien, Onontkoombaar en Onuitstelbaar.