Inzicht verkrijgen in de risico’s is een belangrijke basis voor het stimuleren van het risicobewustzijn in de organisatie. Management, beleidsmedewerkers en projectleiders moeten zich bewust zijn van de risico’s die bepaalde activiteiten en projecten met zich mee kunnen brengen en hoe deze beperkt kunnen worden. De risico’s worden benoemd zodat management en bestuur hierop kunnen sturen.

De risicoanalyse heeft plaats gevonden ten tijde van het opstellen van de jaarrekening 2016. Bij het opstellen van de begroting 2018 heeft een nieuwe inventarisatie plaatsgevonden. Er zijn gesprekken gevoerd met alle domeinmanagers en daarin zijn de 43 risico’s opnieuw beoordeeld op kans en financieel gevolg. Er zijn 13 risico’s uit de lijst gehaald en 23 nieuwe risico’s toegevoegd.

De risico's worden ingedeeld in een kansklasse. Deze geven aan hoe groot de kans is dat het risico zich daadwerkelijk voor zal doen. We kennen daarbij vier klassen:

Kansklasse I:        1 % - 25 %
Kansklasse II:      25 % - 50 %
Kansklasse III:      50 % - 75 %
Kansklasse IV:      75 % - 100 %

De risico's worden ook getypeerd met incidenteel (we hebben slechts één keer last van het gevolg) of structureel (we hebben meerdere jaren last van het gevolg). Bij de uiteindelijke berekening van het benodigde weerstandsvermogen worden structurele risico's vermenigvuldigd met factor 3. Dat betekent dat we het risico in een periode van 3 jaar volledig tot nihil kunnen reduceren.

Onderstaand wordt per programma aangegeven wat de belangrijkste risico’s zijn. Alle risico’s met een gevolg lager dan € 50.000 zijn hierin niet opgenomen. In de tabel is ook de kans opgenomen, het maximale financieel gevolg van het risico en of het risico structureel of incidenteel doorwerkt. Voor sommige risico’s is het onwenselijk dat ze openbaar worden gemaakt in deze paragraaf, omdat hierdoor de kans op een nadelig gevolg vergroot kan worden. Voorbeeld hiervan zijn risico’s inzake projecten in publiek private samenwerking. Voorzichtigheidshalve zijn dit soort risico’s daarom niet opgenomen in deze paragraaf.

Programma

  Omschrijving

Kans-klasse

Max. gevolg

S / I

Totaal

0. Bestuur en ondersteuning

Een aftredende wethouder of burgemeester heeft, ongeacht de reden van aftreden, aanspraak op een ontslaguitkering ten laste van de gemeente. Voor wachtgeld geldt in principe een minimum van 6 maanden en een maximum van 3 jaar en 2 maanden. Bij tenminste 10 dienstjaren in de afgelopen 12 jaar en minder dan 9 jaar en 7 maanden verwijderd van de geldende pensioenleeftijd over 5 jaar geldt een verlengde uitkering tot aan de AOW-leeftijd. De uitkering bedraagt gedurende het eerste jaar 80% en vervolgens 70% van de laatstelijk als wethouder genoten wedde.

II

55.000

S

61.875

Gedacht wordt aan aardbevingen, overstromingen, gevaarlijke stoffen (LPG- een vuurwerkopslag Hertog). Voorts kunnen rampen elders in de regio financiële gevolgen hebben voor onze gemeente / Calamiteiten (typen rampen en ongevallen volgens rampenplan)

I

500.000

I

62.500

Politieke risico's college (juridisch, toezeggingen)
-Vanuit de politiek worden extra eisen aan het project gesteld zonder dat daar de bijbehorende financiële middelen voor beschikbaar worden gesteld.
-Besluit wordt door verkeerd orgaan genomen.
-Besluiten of toezeggingen door bestuur en/of portefeuillehouder voor geldelijke bijdragen buiten bestaande regelingen om leiden tot precedentwerking.
-Ambtelijke adviezen worden genegeerd zonder afdoende argumentatie waardoor het besluit van het bestuur niet wordt gehandhaafd in een beroepszaak.

I

1.000.000

I

100.000

1. Veiligheid

Bij het illegaal storten van afval moeten extra kosten gemaakt worden voor opruiming (bijv. asbest). Recentelijk zien we stortingen van drugsafval toenemen in de regio (chemisch afval hoogste categorie).

III

100.000

I

70.000

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

(Bovenmatige) kosten onderhoud voor o.a. bestratingen, asfalt en gladheidsbestrijding.

II

400.000

I

60.000

Het risico bestaat dat de bestemmings-reserve voor de gemeentelijke bijdrage aan de omlegging onvoldoende is. Per 31-12-2016 bedraagt deze reserve € 1.662.000 (in 2018 wordt nog een bedrag van € 465.000 toegevoegd).  

IV

300.000

I

262.500

7. Volksgezond-heid en milieu

Bovenmatige kosten Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst MWB.

I

125.000

S

75.000

8. Volkshuis-vesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

Het risico bestaat dat er minder wordt gebouwd en verbouwd, waardoor de legesopbrengsten lager uitvallen dan geraamd.

II

75.000

S

112.500

In het grondexploitatieplan Hoogbraak alsmede in de Desiree Geraertstraat is grondwatervervuiling vastgesteld. Door een wijziging in de wet Bodembescherming kan het zijn dat de bestrijdingskosten deels ten laste van de gemeente komen.

II

400.000

I

150.000

Algemene dekkings-middelen

Belangrijk uitgangspunt in de ambtelijke fusie is dat er geen financieel nadeel zou ontstaan bij de drie gemeenten. Het risico bestaat dat een financieel tekort ontstaat bij de ABG.

III

162.000

S

303.750

Door bezuinigingen van de Rijksoverheid kan het voorkomen dat het accres, dat ten grondslag ligt aan de berekening van de Algemene Uitkering, gaat dalen.

I

150.000

S

56.250

Bovenstaande risico’s tellen op tot een totaal van € 1.314.375. Ter dekking van alle ingeschatte risico’s (rekeninghoudend met de kansklasse en het eventuele structurele karakter) in de gemeente Baarle-Nassau is er een bedrag benodigd van € 1.722.063. Dit is een stijging van +/- € 461.000 vergeleken met de berekening ten tijde van de jaarrekening 2016 (€ 1.260.724). Belangrijkste oorzaak voor de toename van de benodigde weerstandscapaciteit zijn de nieuw toegevoegde risico’s op het gebied van politieke risico’s college, de omgevingsdienst en het Buig-budget. Daarnaast zijn bedragen voor sommige bestaande risico’s opgehoogd zoals de bouwleges, het rampenplan en het illegaal storten van drugsafval.

Omdat risico’s zich in de meeste gevallen niet tegelijkertijd zullen voordoen wordt in sommige gemeenten risicosimulatie toegepast. Op basis van een dergelijke simulatie zal de benodigde weerstandscapaciteit lager uitvallen dan het totaal van de risico’s. Dat is een ingewikkelde statistische kansberekening die alleen toegevoegde waarde heeft als de massa, dat wil zeggen het aantal risico’s, groot genoeg is. Dat is in Baarle-Nassau niet het geval.