De Wet Fido heeft als doel een solide financieringswijze te bevorderen, door het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. Daarnaast beoogt de Wet Fido een kader te geven voor de reikwijdte van de financieringsfunctie, tracht de wet de transparantie te bevorderen en de autonomie van openbare lichamen te stimuleren. De wet bevat normen voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm zoals in deze paragraaf verder uitgewerkt

De kasgeldlimiet geeft het renterisico op korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Het doel van deze limiet is om te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen, bij een (aanzienlijk) hogere rentestand, grote verschillen optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. Het niveau van de kasgeldlimiet is beperkt tot 8,5% van het totaal van de begroting. Voor onze gemeente is dit circa
€ 1,4 miljoen. Doordat de gemeente per 1 januari 2018 naar verwachting een klein financieringsoverschot heeft is deze limiet voor ons op dit moment van ondergeschikt belang.

De renterisiconorm is ingesteld als instrument om de renterisico’s voor de vaste schuld te beheersen en wordt gebruikt in relatie tot het aangaan van vaste geldleningen. Het betreft de norm die het feitelijk renterisico op de vaste schuld met een looptijd van langer dan één jaar bepaalt. Jaarlijks mogen de renterisico’s door renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op basis van de nu bekende gegevens (vaste schulden, renteherziening, aflossingen en nieuwe geldleningen) lopen wij geen renterisico in 2018.